JUGADA - vertaling in Nederlands

• spel
• zet
• stap
• actie
• plan
• beweging
• gok
• toneelstuk
• play
• gespeeld
• gedaan
• spelfase
• balwisseling
• versiertruc

Voorbeelden van het gebruik van Jugada in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

¡Buena jugada, para un tramposo!
Leuk gedaan, voor een oplichter!

Me dijiste que Javadi era la jugada.
Je vertelde me dat Brody het plan is.

¡Qué jugada.!
Wat een beweging!

Retrocede hasta el inicio de la jugada.
Spoel dat terug naar de start van de play.

Qué jugada.
Wat een toneelstuk.

Buena jugada, Mouch.
Mooi gedaan, Mouch.

¿Y su jugada es pedirme muestras de fluidos?
En zijn versiertruc is het vragen naar mijn urine… en bloedmonsters?

¿Entonces cuál es nuestra jugada?
Wat is ons plan dan?

Peg, olvidaste tu jugada secreta.
Peg, je vergat de geheime beweging.

Faltan 3 yardas. 4 segundos. Una jugada.
Drie yard, vier seconden, een play.

Buena jugada con el señuelo.
Leuk gedaan met die lokvogel.

Esa es la jugada.
Dit is het plan.

Eso es, una jugada audaz.
Dat is een… brutale beweging.

Viste mi jugada. Eso es todo.
Dat was m'n enige versiertruc.

Buena jugada ahí dentro, López.
Goed gedaan daarbinnen, Lopez.

Esa es su gran jugada, viejo.
Dat is z'n grote plan, man.

tú haces una jugada, ellos hacen una jugada..
je maakt een beweging, zij moeten iets doen.

Era como, su jugada.
Het was zijn versiertruc.

Estúpida jugada, tío.
Dom gedaan, man.

¿Cuál es la jugada?
Wat is het plan?