Examples of using Hij zeide tot in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij zeide tot hem: Hoed mijn schapen.
En Hij zeide tot een anderen: Volg Mij.
En hij zeide tot mij.
En hij zeide tot mij: Deze zijn de waarachtige woorden Gods.
Hij zeide tot hem: Weid mijn lammeren.
Hij zeide tot Hem: Welke?
Hij zeide tot hem ten derden maal.
Hij zeide tot hem: Gij hebt het gezegd.
Maar hij zeide tot hen: Ik ben het, vreest niet.
En Hij zeide tot hen.
Hij zeide tot hem.
Maar Hij zeide tot hen: Ik ben het; zijt niet bevreesd.
Maar Hij zeide tot hen: Ik ben het; zijt niet bevreesd.
Hij zeide tot hen: Komt en ziet!
Maar hij zeide tot hen: Ik ben het, vreest niet.
En hij zeide tot hem.
Maar Hij zeide tot hen: Ik ben het; zijt niet bevreesd.
Hij zeide tot hen.
En hij zeide tot hem: Hier ben ik.
Het scheen intusschen dat Fogg een idee had, want hij zeide tot den kapitein.