Voorbeelden van het gebruik van Hij zeide tot in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En Hij zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben.
En hij zeide tot degenen, die bij hem stonden.
En Hij zeide tot hem: Gij hebt recht geoordeeld.
En Hij zeide tot mij: Mensenkind, graaf nu in dien wand!
En Hij zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven;
En Hij zeide tot hem: Gij hebt recht geoordeeld.
En hij zeide tot hen: Eist niet meer,
En Hij zeide tot hen: Hoe zeggen zij, dat de Christus Davids Zoon is?
En hij zeide tot haar: Sta op, en laat ons trekken;
En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen?
En Hij zeide tot mij: Hebt gij, mensenkind, dat gezien?
En hij zeide tot zijn jongen: Ga nu op,
En Hij zeide tot hen: Hoeveel broden hebt gij?
En Hij zeide tot hen: Hoeveel broden hebt gij?
En Hij zeide tot mij: Wat ziet gij?
Hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld!
En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed?
Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed?
En Hij zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben.
En de HEERE verscheen Salomo des nachts, en Hij zeide tot hem.