Voorbeelden van het gebruik van Zeide zeide in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
zo gaf hij het Joab te kennen, en zeide zeide.
koning koning tegemoet kwam, dat de koning koning tot hem zeide zeide.
Toen trad die profeet tot den koning koning van Israel, en zeide zeide tot hem: Ga heen, sterk u; en bemerk,
En hij zeide zeide tot hem: Ik ben ook een profeet,
En de doornenbos zeide zeide tot de bomen: Indien gij mij in waarheid tot een koning koning over u zalft,
En hij zeide zeide: Mijn heer koning koning,
En de koning koning zeide zeide tot hen: Neemt met u de knechten uws heren,
Maar de man Gods zeide zeide tot den koning koning:
aarde aarde was gevallen, en zich nedergebogen had, zo zeide zeide zij: Behoud, o koning koning!
de zonen der profeten zaten voor zijn aangezicht; en hij zeide zeide tot zijn jongen: Zet den groten pot aan,
En zij zeide zeide tot hem: Mijn vader! hebt gij uw mond opengedaan tot den HEERE,
dankte den koning koning; en Joab zeide zeide: Heden heeft uw knecht gemerkt,
Toen zeide zeide Jakob Jakob tot Simeon
die in het koningsdal is; want hij zeide zeide: Ik heb geen zoon,
dit hoorde, zo zeide zeide hij: Het is de man Gods,
legde hem op zijn schouder; en hij zeide zeide tot het volk, dat bij hem was:
en sprak tot den koning koning van Israel, en zeide zeide: Zo zegt de HEERE:
Toen zeide zeide de koning koning.
Toen zeide zeide hij: Grijpt hen levend!
Toen zeide zeide hij: Ik ben een knecht van Abraham;