ZEG HET in English translation

• say it
• tell
• talk
• am tellin
• speak
• spit it out
• call it
• mention it
• telling
• told
• saying it
• said it

Examples of using Zeg het in Dutch and their translations into English

Zeg het, Dr. Choi.
Call it, Dr. Choi.

Ik zeg het je, het gaat niet.
I'm tellin' ya, it's not.

Mai, zeg het eens, wat is er aan de hand?
Mai, talk to me what's going on?

Zeg het, nu je nog leeft!
Speak while you still live!

Zeg het me. Dat kan ik niet.
Tell me. I can't.

Jij. Maar hij…- Zeg het.
You. But he… Say it.

Zeg het tenminste tegen je vader, oké?
At least mention it to your father, okay?

Zeg het maar gewoon, Red, oké?
Just spit it out, Red, will you?

Zeg het, partner.
Call it, partner.

Ik zeg het je toch, oost!
I'm tellin' you, east!

Oké, zeg het mij.
All right, talk to me.

Zeg het me.
Speak to me.

Zeg het alsjeblieft. Ik heb haar.
Please, tell me. I got her.

June Monroe.- Zeg het.
June Monroe. Say it.

Ik zeg het je steeds, man.
I keep telling you, man.

Zeg het, vrouw!
Spit it out, woman!

Ik zeg het je, Richie.
I'm tellin' you, Richie.

Zeg het nog een keer.
Mention it again.

Ik zeg het gewoon zoals ik het zie.
I call it as I see it..

Niets. Zeg het me.
Nothing.- Talk to me.