TO THE PUB in Dutch translation

[tə ðə pʌb]
[tə ðə pʌb]
naar de pub
to the pub
to the pub.
maskinpuben
naar de kroeg
to the pub
to the bar
to the tavern
to the speakeasy
to the pub.
down to the saloon
to the boozer
naar het café
to the cafe
to the pub
to the bar
to the café
to the cafeteria
to the saloon
to the diner
to the coffee shop
to the cantina
to the pub.
naar de bar
to the bar
to the pub
to the counter
to the restraunt
to the cafe
to the bar-ie-poo
naar het cafe
to the café
to the buttery
to the pub

Examples of using To the pub in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Suffer a trip to the pub for a start.
Een uitstap naar de kroeg om te beginnen.
I'm off to the pub.
Ik ben naar de pub.
Went to the pub and got drunk after every shift.
Ging naar de kroeg en werd dronken na elke dienst.
They're usually walking to the pub.
Meestal lopen ze naar het café.
I shouldn't have taken him to the pub.
Ik had hem niet mee moeten nemen naar de pub.
We're going down to the pub.
We gaan naar de kroeg.
Mackay always goes to the pub on a Friday night.
Mackay gaat op vrijdagavond altijd naar het café.
You got the farm before Patrick got to the pub.
Je kwam naar de boerderij voor Patrick naar de pub kwam.
It is 18 miles to the pub.
Het is 18 mijl naar de kroeg.
We can go to the pub.
We gaan wel naar het café.
My grandad used to take me to the pub.
Mijn grootvader nam me mee naar de pub.
But I'm going to go to the pub before closing Cali.
Niet dat dit niet boeiend was, maar ik ga naar het café voor ze sluiten.
I'm not going to the pub.
Ik ga niet naar de kroeg.
I'm taking you to the pub.
Ik neem je mee naar de pub.
Good. Let's go to the pub.
Goed, we gaan naar het café.
I'm going down to the pub tonight.
Ik ga vanavond naar de pub.
You take Max to the pub.
Neem Max mee naar de kroeg.
We all went back to the pub.
We gingen met zijn allen naar de pub.
No, he's just to the pub.
Nee, hij is net naar het café.
I'm going down to the pub tonight.
Ik ga naar beneden naar de kroeg vanavond.
Results: 340, Time: 0.0701

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch