Voorbeelden van het gebruik van Anwesend in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dormin? Anwesend. Tut mir leid?
Da der Fragesteller nicht anwesend ist, sind die Anfragen Nr. 20 und 21 hinfällig.
Die Kommission kann bei diesen Konsultationen anwesend sein.
Ich werde anwesend sein.
Ik zal er zijn.Erin, Sie müssen nicht anwesend sein.
Meine gesamte Familie wird anwesend sein.
Weil Sie anwesend waren, als ich den Zauber aussprach.
Was? Anwesend. Erste und letzte Warnung?
Present. Laatste waarschuwing. Wat?Da der Verfasser nicht anwesend ist, wird die Frage Nr. 12 schriftlich beantwortet.
Aangezien de vraagsteller afwezig is zal vraag nr. 12 schriftelijk beantwoord worden.Der Präsident der Kommission, Herr SANTER, werde voraussichtlich am Donnerstag vormittag anwesend sein.
Commissievoorzitter SANTER zal de Zitting op donderdagmorgen waarschijnlijk bijwonen.Ich sage nichts mehr, ohne das mein Anwalt anwesend ist.
Ik zeg niks meer tot m'n advocaat er is.Hier sind Kinder anwesend.
Er zijn kinderen hier.Ich war anwesend.
Ik ben aanwezig.Kein Mensch anwesend.
Ebenfalls anwesend sind.
Sehen Sie?- Anwesend.
Present. Ziet u wel?Und er war anwesend, als ich meinen Insidertipp rausgehauen habe.
En hij was erbij toen ik mijn visioen kreeg.Da der Fragesteller nicht anwesend ist, wird Anfrage Nr. 18 schriftlich beantwortet.
Daar de vraagsteller afwezig is, zal vraag nr. 18 schriftelijk worden beantwoord.Sagen Sie Ihren Eltern, dass meine Eltern anwesend sein werden.
Vertel je ouders dat mijn ouders er zijn.Nein er ist anwesend.
Nee, hij is hier.
