ARBEITE - vertaling in Nederlands

werk
arbeiten
funktionieren
wirken
klappen
zusammenarbeiten
laufen
werke
zur arbeit
tätig sind
ben aan het werk
arbeiten
sind auf der arbeit
doe
tun
machen
unternehmen
erledigen
antun
schaffen
anstellen
haben
lassen
spielen
ben bezig
sind dabei
arbeiten
machen
tut
beschäftigen
sind gerade beschäftigt
samenwerk
zusammenarbeiten
arbeiten
zusammen arbeiten
kooperieren
zusammen
die zusammenarbeit
gemeinsam
zusammenhalten
zusammenwirken
interagieren
werken
arbeiten
funktionieren
wirken
klappen
zusammenarbeiten
laufen
werke
zur arbeit
tätig sind
werkte
arbeiten
funktionieren
wirken
klappen
zusammenarbeiten
laufen
werke
zur arbeit
tätig sind
werkt
arbeiten
funktionieren
wirken
klappen
zusammenarbeiten
laufen
werke
zur arbeit
tätig sind
ben aan 't werk
arbeiten
sind auf der arbeit
samenwerken
zusammenarbeiten
arbeiten
zusammen arbeiten
kooperieren
zusammen
die zusammenarbeit
gemeinsam
zusammenhalten
zusammenwirken
interagieren

Voorbeelden van het gebruik van Arbeite in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich arbeite an etwas Ähnlichem mit Menschen.
Ik doe iets soortgelijks met mensen.
Ja, und ich arbeite wieder.
Ja, en ik ben alweer aan het werk.
Ich meine, ich arbeite gerne mit dir da.
Ik bedoel dat ik graag met je samenwerk.
Ich arbeite in James' Club, im"Truth".
Ik werkte voor James'Club, Truth.
Dich umzubringen, arbeite mit einem Wachmann zusammen.
Je belager werkt samen met een corrupte cipier.
Ich arbeite an meinem Fall und habe eine Idee.
Aan de zaak werken en ik heb een idee.
Ich arbeite bei der Unizeitung.
Ik werk voor de schoolkrant.
Ich arbeite noch an der Zeitlinie.
Ik ben nog bezig met de tijdlijn.
Keith, ich arbeite schon auf drei Etagen.
Keith, ik doe al drie verdiepingen.
Ich arbeite noch, Booth.
Ik ben nog aan het werk, Booth.
Er will wissen, wer ich bin, für wen ich arbeite.
Hij wil weten wie ik ben en met wie ik samenwerk.
Entschuldige bitte, ich arbeite.
Sorry, ik ben aan 't werk.
Ich arbeite zu viel.
Ik werkte veel te veel.
Arbeite gut, dann bekommst du einen Job und Lohn.
Als je goed werkt, neem ik je aan en ontvang je een echt salaris.
Arbeite weiter so gut, dann kriegst du vielleicht Privatunterricht.
Als je zo goed blijft werken, krijg je straks misschien privéles.
Ich arbeite zur Zeit an einem sehr mysteriösen Mordfall.
Ik ben momenteel bezig met een zeer mysterieuze moordzaak.
Ich arbeite jetzt im Wald.
Ik werk nu in het bos.
Aus diesem Grund arbeite ich auch freiwillig im Krankenhaus.
Daarom doe ik ook vrijwilligerswerk in het ziekenhuis.
Ich arbeite wie immer.
Ik ben aan het werk, zoals altijd.
Nicht die Leute, mit denen ich arbeite.
Niet de mensen waar ik mee samenwerk.
Uitslagen: 12147, Tijd: 0.0569

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands