Voorbeelden van het gebruik van Werk in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb m'n werk terug, dankzij jou.
Het is m'n werk onze klanten te beschermen.
Ze moeten hun werk niet kunnen gebruiken.
Ik doe Figs werk voor haar. Ja.
Doe zijn werk niet voor hem.
Niet op het werk.
Een belangrijk onderdeel van het werk van de CERT is zijn plaatsingsdienst.
Die werk zoeken in de gezondheid kantoor of restaurant.
In m'n werk vraag ik mensen om me te vertrouwen.
Hebt u werk voor me?
Het is letterlijk jouw werk om haar te verleiden.
We doen het werk van de Duivel voor hem!
Natuurlijk, begint het werk terug?
Ik ging naar haar werk.
Ik heb je werk gebeld. Gelul.
Het werk van deze maatschappijen is duidelijk positief.
Ik kom u werk aanbieden. Een recept?
Maar dit werk is niet voor iedereen.
Jullie werk gaat verder
En u weet zeker dat dit zijn werk is?