BISSCHEN - vertaling in Nederlands

• beetje
• wel
• even
• nogal
• spat
• greintje
• iets meer

Voorbeelden van het gebruik van Bisschen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Du hast dich nicht geändert, kein bisschen, kleiner Bruder.
Je bent geen spat veranderd, broertje.

Du hast auch ein bisschen private Therapie verdient.
Jij hebt ook wel wat winkeltherapie verdiend.

Kein bisschen.
Geen greintje.

Ich will nur ein bisschen seine Hand halten.
Ik wil alleen even zijn hand vasthouden.

Mit ein bisschen Sahnesoße schmeckt sogar Faschismus besser.
Met een beetje roomsaus smaakt alles beter, ook fascisme.

Sei nur ein bisschen natürlicher.
Wees alleen iets meer naturel.

Sie ist'n bisschen nervig.
Ze is nogal een lastpost.

Euer Vater hat sich, seit er 18 war, kein bisschen verändert.
Jullie vader is geen spat veranderd sinds zijn 18e.

Ich liebe ein bisschen Drama.
Ik hou wel van wat dramatiek.

Jedes Bisschen hilft mir, mich auf meinen Monolog vorzubereiten.
Elk beetje helpt me me voor te bereiden op mijn monoloog.

Bleib noch ein bisschen im Bett.
Blijf nog even in bed liggen.

Und ich kann nicht ein bisschen stolz auf sie sein, Nichts!
Lk voel er geen greintje trots voor, want ik heb er niets mee!

Ok, ein bisschen nach links.
Goed, iets meer naar links.

Bisschen gettomäßig für Miami.
Nogal getto voor Miami.

Ich hätte ein bisschen mehr Mitgefühl von dir erwartet.
Ik had wel wat meer medeleven van je verwacht.

Du hast jedes bisschen Leid verdient, das auf dich zukommt.
Je verdient elk greintje pijn dat je krijgt.

Du hast dich kein bisschen verändert.
Je bent nog geen spat veranderd.

Wo ist er? Ich hab ein bisschen Kopfschmerzen, aber.
Waar is hij? Ik heb een beetje hoofdpijn, maar.

Bleibt noch ein bisschen.
Blijf nog even.

Dass du noch ein bisschen isst. Drei Bissen noch. Nur drei.
Je moet nog iets meer eten, nog maar drie hapjes.