Voorbeelden van het gebruik van Dingen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
In Frankreich feiern wir mit schönen Dingen.
In Frankrijk vierden we deze dag met mooie spullen.Das ist mein Ticket zu größeren und besseren Dingen, Marc.
Du hast von vielen Dingen keine Ahnung.
Dieser Ort könnte voll mit mit diesen Dingen sein.
Deze plek kan overspoeld zijn met die dingen.Sie ist verschwunden mit einigen wertvollen Dingen.
Ze is verdwenen met wat waardevolle spullen.Er ist außerdem besessen von anderen Dingen.
Maar hij is ook bezeten van andere zaken.Aber ich bin in diesen Dingen furchtbar.
Maar ik ben verschrikkelijk slecht in die dingen.Ich hoffe, es passt zu Ihren anderen Dingen.
Hopelijk past het bij de rest van je spullen.Er hat Erfahrung mit solchen Dingen.
Hij heeft ervaring met dit soort zaken.Er ist noch da drin, bei diesen Dingen.
Hij zit daar nog steeds in met die dingen.Mit unseren Dingen.
Met onze spullen.Er sprach von medizinischen Dingen.
Hij praatte over medische zaken.Und anderen Dingen.
En andere dingen.Aus Dingen bauten, die sie fanden.
In een hutje dat m'n broers van gevonden spullen hadden gebouwd.Es ist eine Kombination von Dingen.
Het is een combinatie van dingen.Ich helfe den Toten mit ungeklärten Dingen.
Ik help de doden met hun onafgehandelde zaken.Einen Beutel mit Dingen.
Een tas met spullen.werfen sie mit anderen Dingen.
gooien ze met andere dingen.Mit wichtigeren Dingen beschäftigt sein.
Druk met belangrijkere zaken.Sie finanziert ihr Essen mit meinen Dingen.
Ze betaalt haar diner met mijn spullen.
