FRISCHER - vertaling in Nederlands

• verse
• frisse
• frisser
• nieuwe
• schone
• vers
• verser
• fris

Voorbeelden van het gebruik van Frischer in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Frischer, lebhafter und stillender Durst im Mund.
Fris, levendig en dorstlessend in de mond.

Frischer geht es nicht.
Verser dan dat kan niet.

Ein Scherz. Frischer Trüffel.
Grapje. Vers geraspte truffel.

Eine Obsession. Frischer Atem ist.
Verse adem is een… een obsessie.

Mehr Frische, dreimal frischer.
Meer frisheid, drie keer frisser.

Prosecco Frizzante in köstlich fruchtig, frischer Form.
Prosecco Frizzante in zijn heerlijke fruitige, frisse vorm.

Special Tea Ein grüner Rooibos-Tee mit frischer Zitrone und weicher cremiger Vanille.
Een groene rooibosthee met fris prikkelend lemon en zacht cremige vanille.

Also frischer als so geht es gar nicht.
Verser dan dat krijg je het niet.

Frischer Bitterbohnensaft?- Danke schön?
Vers bitter bonensap? Dank je wel?

Frischer Fisch. Sprecht mit niemandem.
Verse vis. Praat met niemand.

Das Aussehen wird frischer und strahlender.
De uitstraling wordt frisser en stralender.

Mir war nach frischer Luft.
Ik wilde wat frisse lucht.

Moderner, frischer, cooler einfach richtig gut.
Modern, fris, koel gewoon echt goed.

Je frischer die Milch, desto köstlicher wird Ihr Käse.
Hoe verser de melk, des te heerlijker de kaas zal worden.

Frischer Bitterbohnensaft?
Vers bitterbonensap?

Der beste in Whitechapel! Frischer Fisch!
Verse vis. De beste in Whitechapel!

Der Teint wirkt strahlender, frischer und leuchtender.
De teint ziet er stralender, frisser en helderder uit.

Geruch von Pferdescheiße und frischer Luft.
De geur van paardenpoep en frisse lucht.

Frischer sowie köstlicher Zitrusgeschmack.
Fris en ook heerlijke citrus smaak.

Frischer geht es nicht.
Verser dan dit krijg je het niet.