BABYSIT - vertaling in Nederlands

• babysitten
• oppassen
• babysit
• babysitten op
• pas op
• oppast
• babyzitten

Voorbeelden van het gebruik van Babysit in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

You know i could babysit.
Je weet dat ik kan babysitten.

He could babysit.
Hij kon oppassen.

I babysit with those.
Ik babysit met die.

You can't babysit.
Je kan niet babysitten.

You know dogs can't babysit.
Je weet dat honden niet kunnen oppassen.

Babysit him. We're talking here.
Babysit maar. We zijn in gesprek.

Perhaps you could babysit, Francine.
Misschien kan jij babysitten, Francine.

Sheldon, maybe someday you can babysit for us.
Sheldon, ooit mag jij bij ons oppassen.

You babysit, I gotta go make a house call.
Jij babysit. Ik moet op visite.

You can't babysit Gennie and me forever.
Je kunt Gennie en mij niet eeuwig babysitten.

I told you, I can't babysit today.
Ik had gezegd dat ik vandaag niet kan oppassen.

I babysit for them.
Ik babysit voor hen.

Emerson, they're not so bad. Go babysit.
Emerson, zo vervelend zijn ze niet. Je mag gaan babysitten.

Kimmy can babysit.
Kimmy kan oppassen.

Yes, I babysit my friend's six-year-old sometimes.
Ja, ik babysit soms op de zesjarige van mijn vriendin.

The father where Rebecca would babysit.
De vader voor wie Rebecca zou babysitten.

After you babysit.
Na het oppassen.

I babysit for them.
Ik babysit voor ze.

No. Of course I will babysit.
Nee. Natuurlijk zal ik wel oppassen.

Yeah, I can babysit on Saturday.
Ja, ik kan zaterdag babysitten.