FOLKS - vertaling in Nederlands

[fəʊks]
[fəʊks]
mensen
human
man
person
people
mankind
humanity
individual
ouders
older
parent
age
elderly
lui
lazy
guys
people
men
folks
dudes
idle
lazily
volk
people
nation
folk
crowd
luitjes
lazy
guys
people
men
folks
dudes
idle
lazily
volkeren
people
nation
folk
crowd
mens
human
man
person
people
mankind
humanity
individual

Voorbeelden van het gebruik van Folks in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ηi, folks, I'm Johnny Cash.
Hallo, mensen, ik ben Johnny Cash.
Folks, we got ourselves a winner.
Luitjes, we hebben een winnaar.
Description: Sherry Shriner is evil folks.
Omschrijving: Sherry Shriner is een slecht mens.
Folks you ought to talk to.
Lui die je wel wilt spreken.
Barnaba.- We folks talk always singular.
Wij van het volk spreken altijd in enkelvoud. Barnaba.
I'm taking my folks down to Mobile.
Ik neem mijn ouders mee naar Mobile.
This is not just a drone. Folks.
Dit is niet zomaar een drone. Mensen.
Sorry, folks, but you will just--.
Sorry, luitjes, maar jullie--.
My folks are up. Please.
Mijn ouders zijn wakker. Alsjeblieft.
Take whatever folks you need.
Neem het volk dat je nodig hebt.
Rich folks need to get their lootables to the bank.
Rijke lui moeten hun geld naar de bank brengen.
I'm Henry. Welcome, folks.
Ik ben Henry. Welkom, mensen.
Hey, folks, welcome back.
Hé, luitjes, welkom terug.
Your folks or Deb and Rhona?
Jouw ouders of Deb en Rhona?
Y'all northern folks just don't get it.
Jullie noordelijk volk snappen het gewoon niet.
Do these folks think I'm an idiot?
Denken deze lui dat ik een idioot ben?
Beautiful day for a race, folks.
Mooie dag voor een race mensen.
Okay, that's it for today, folks.
Oke, dat is het voor vandaag luitjes.
My folks are in East Hampton for the weekend.
Mijn ouders zijn een weekendje naar East Hampton.
Watch and learn, folks.
Kijk en leer, lui.
Uitslagen: 11262, Tijd: 0.0709

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands