PRESENT TENSE - vertaling in Nederlands

• de tegenwoordige tijd
• tegenwoordige tijd
• present tense

Voorbeelden van het gebruik van Present tense in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Write in the third-person present tense.
Schrijf in de derde persoon en de tegenwoordige tijd.

You can use present tense or past tense..
Je kunt in de tegenwoordige tijd schrijven of in de verleden tijd..

Use the present tense to talk about your currentjob.
Gebruik de tegenwoordige tijd wanneer u over uw huidige baan spreekt.

While we still can. Let's stay in the present tense.
We blijven in de tegenwoordige tijd nu het nog kan.

The Verb: the present tense and the future tense..
Het werkwoord: Tegenwoordige tijd en toekomende tijd..

I would prefer if you would refer to me in the present tense.
Praat alsjeblieft in de tegenwoordige tijd over me.

The simple present tense is used.
De tijd van de simple present wordt gebruikt.

Form of present tense for the chosen verb.
Vorm van tegenwoordige tijd voor het gekozen werkwoord.

I will continue writing in the present tense.
Ik schrijf in de tegenwoordige tijd.

Present tense, paste tense and participle.
Tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord.

Brandon Brown quiere un perro- Audio Book present tense.
Brandon Brown quiere un perro- Luisterboek tegenwoordige tijd.

Let's just be here and now, present tense.
Het is nu dat telt, de tegenwoordige tijd.

You want help present tense?
Je wilt hulp in de tegenwoordige tijd?

Brandon Brown hace trampa- Audio Book present tense.
Brandon Brown hace trampa- Luisterboek tegenwoordige tijd.

This can only happen in the present tense.
Dit gebeurt alleen in de tegenwoordige tijd.

That's present tense and domestic.
Dat is tegenwoordige-tijd en binnenlands.

Noun. Present tense.
Zelfstandig naamwoord, tegenwoordige tijd.

Obtaining" is in the present tense.
Ontvangen" staat namelijk in de tegenwoordige tijd.

Your father is, present tense, a great man.
Je vader is tegenwoordig een geweldige mens.

The verb-uncompleted aspect present tense.
De onvoltooide vorm van het werkwoord tegenwoordige tijd.