CUISINIER - vertaling in Nederlands

• kok
• koken
• kokkin
• cuisinier
• koks
• kookt
• scheepskok

Voorbeelden van het gebruik van Cuisinier in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Mon cuisinier est au bout du rouleau.
Mijn chef is op het einde van zijn verstand.

Cuisinier sauvage- De l'office vert de la nature.
Kook wild- Uit de groene pantry van de natuur.

Un cuisinier, une baby-sitter et une aide domestique sont disponibles sur demande.
Eenbaby-sitter, eenkok en een huishoudelijke hulp zijn op verzoek beschikbaar.

Particulièrement bon cuisinier et comme Fritz et Klaus.
Ze vooral als een goede kok en Fritz en Klaus.

Luca est cuisinier, et il a beaucoup de succès.
Luca is een chef-kok en hij is echt succesvol.

Tu es pire cuisinier que ta mère.
En je bent een slechtere kok dan je moeder.

Tu es cuisinier?
Bent u een kok?

Tu es excellent cuisinier.
Je bent 'n goede kok.

On recherche cuisinier.
Chefkok Gezocht.

Je suis toujours cuisinier.
Ik ben nog steeds een chef-kok.

Je suis cuisinier.
Ik ben een kok.

Papa. Je veux être cuisinier.
Papa, ik wil 'n chef worden.

je suis un très bon cuisinier.
ik ben toevallig een uitstekende kok.

J'ai quatre autres frères, mais mon cuisinier est génial.
Ik heb nog vier broers, maar mijn chef-kok is een uit een miljoen.

Le rat cuisinier.
De rat chef-kok.

Je suis tellement content que tu sois cuisinier, pas un sniper.
Ik ben zo blij dat je een kok, niet een sluipschutter.

N'es-tu pas le nouveau cuisinier?
Jij bent toch de nieuwe chef?

Tu vas devoir les nourrir en attendant mon cuisinier.
Weet je je zult die jochies te eten moeten geven tot mijn kok komt.

On avait du temps pour les autres, notre propre cuisinier.
We hadden tijd voor elkaar. Een eigen kok, eigen films.

Son père était cuisinier.
Zijn vader werkte als kok.