RAVIS - vertaling in Nederlands

• blij
• verheugd
• enthousiast
• graag
• opgetogen
• opgewonden
• tevreden
• dolblij
• verrukt
• leuk
• genoegen
• fijn
• zeer verheugd

Voorbeelden van het gebruik van Ravis in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Ravis de t'avoir connu.
Leuk je gekend te hebben.

Nous serons ravis de vous aidez.
Wij zullen u met genoegen helpen.

Cher Sonia votre avis nous a ravis.
Geachte Sonia, uw beoordeling heeft ons verrukt.

On est ravis.
En we zijn dolblij.

Je suis sûre qu'ils sont aussi ravis.
Ik denk dat zij ook opgewonden zijn.

Ravis de vous voir.
Fijn u weer te zien.

Ravis de vous rencontrer.
Leuk jullie te ontmoeten.

Nous sommes ravis de votre intérêt pour notre entreprise.
Wij zijn zeer verheugd vanwege uw interesse in onze onderneming.

Han et Irma sont ravis de leur robot de traite.
Han en Irma zijn dolblij met hun melkrobot.

Alors nous serons ravis.
Dan zou het ons een genoegen zijn.

Les lecteurs blancs seront ravis.
De blanke lezers zullen opgewonden zijn.

Ravis de te rencontrer.
Fijn u te ontmoeten.

Ravis de vous avoir tous connus.
Leuk jullie te ontmoeten.

Nous en sommes ravis.
Het is ons een genoegen.

Commandant, ravis de vous voir.
Fijn om u te zien, commandant.

Ravis de vous rencontrer.
Leuk om u te ontmoeten.

Ravis de te connaître.
Leuk je te ontmoeten.

Ravis de vous avoir comme cliente.
Fijn dat u er bent.

Ravis de vous rencontrer Mark.
Leuk je te ontmoeten, Mark.

Ravis de vous avoir vus.
Leuk jullie te zien.