REPOUSSER - vertaling in Nederlands

uitstellen
reporter
retarder
différer
repousser
remettre
attendre
postposer
ajourner
surseoir
décaler
afweren
repousser
conjurer
la lutte
parer
éloigner
prévenir
combattre
à éviter
afstoten
verser
l'excrétion
repousser
perdre
la perte
à brûler
se débarrasser
à fondre
céder
af te weren
pour repousser
pour conjurer
pour éloigner
pour écarter
wegduwen
repousser
chasser
verleggen
repousser
déplacer
à changer
teruggroeien
repousser
terug te duwen
repousser
om terug te groeien
pour repousser
weg
route
chemin
voie
loin
sortir
quitter
absent
voirie
dehors
sentier
verjagen

Voorbeelden van het gebruik van Repousser in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Tu ne fais que repousser les gens, maman.
Het enige wat je doet is mensen wegduwen, mama.
il nous faut repousser le sauvage.
moeten we de wilden verjagen.
Est-il possible de repousser les cheveux en 90 jours.
Is het mogelijk om het haar in 90 dagen teruggroeien.
Tu n'arrêtes pas de me repousser.
Je stuurt me aldoor weg.
J'ai essayé de le repousser, mais.
Ik wilde hem wegduwen, maar.
J'ai dû repousser.
Ik moet het opschuiven.
Vous pouviez repousser les Indiens avec un tromblon.
Vroeger konden jullie de indianen verjagen met 'n musket.
Empêchez-moi de vous repousser!
Laat me je niet wegduwen!
Vous devez repousser chaque attaque que mon adversaire va placer devant vous.
Jullie moeten iedere aanval op jullie door mijn tegenstander afslaan.
On aura peut-être besoin de repousser les funérailles, mais.
Misschien moet de herdenking opschuiven, maar.
Me laisse pas te repousser!
Laat me je niet wegduwen!
Je… Je ne voulais pas te repousser.
ik… ik wilde je niet wegduwen.
Je voulais te garder contre moi, et pas te repousser avec ma poitrine.
Ik wilde je tegen me aan houden. Niet je wegduwen met mijn boezem.
Tu peux tenter de me repousser.
Je kunt me wegduwen.
Il ne fait que me repousser.
Hij blijft me wegduwen.
Je vais devoir repousser Josh à demain.
Ik zal Josh af moeten zeggen tot morgen.
Espérons que Mace puisse repousser ces gars jusqu'à ce qu'on les trouve.
Hopelijk kan Mace ze tegenhouden tot we ze vinden.
Tu dois les laisser repousser, mais ça ne va pas cacher ta tête de Frankenstein.
Je moet het laten groeien, Maar dan zie je nog je gezicht Frankenstein.
Nous pouvons aussi aisément repousser une attaque DDoS grâce à notre vaste réseau.
Ook een DDoS-aanval weren we makkelijk af dankzij ons enorme netwerk.
Il a vraiment essayé de te repousser.
Hij probeert heel hard om je weg te duwen.
Uitslagen: 311, Tijd: 0.241

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands