Voorbeelden van het gebruik van Afscheid in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dus je probeerde afscheid van me te nemen op de rolschaatsbaan?
Geen afscheid, alleen mijn blote kont die uit het water liep.
Ik neem niet alleen afscheid van jou.
Geen brief, geen afscheid, niets.
Tijd voor afscheid.
Sorry dat je geen afscheid kon nemen.
Gewoon afscheid van een krijger.
Ik kan geen afscheid van je nemen.
Omdat ik afscheid wilde nemen.
laat dit dan mijn afscheid zijn.
Ze nemen op hun manier afscheid.
Luitenant… Ik accepteer geen afscheid.
Dit is een afscheid.
En wilde ik afscheid komen nemen.
Weer een Kerstmis zonder afscheid.
Met het afscheid van Junior Campbell begon een reeks omzettingen.
Omdat ik afscheid wou nemen… Zoals je bent.
Geen afscheid?
Iedereen die van het leven afscheid wil nemen, wordt daarheen gebracht.
Dit is geen afscheid.