Voorbeelden van het gebruik van Afscheid in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Medicine
-
Official
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We nemen diep bedroefd afscheid van Mabel Louise Cartman.
Hier nemen we afscheid, Calamity.
En vandaag… neemt de wereld afscheid van een geweldige man.
Ma nam geen afscheid.
En geen afscheid.
Om eerlijk te zijn klonk het als een afscheid.
Hij neemt geen afscheid.
Hij had alleen ons. Nemen we nu afscheid?
Hij nam niet eens afscheid.
Meer dan 30 jaar geleden namen onze vaders afscheid van ons.
Betraande afscheid is zo vorig seizoen.
Britney Spears neemt na vier jaar afscheid van Las Vegas.
In Rome nemen we nooit afscheid.
Hij nam niet eens afscheid.
Ik hou niet van afscheid, en ben stilletjes vertrokken.'.
Op 30 oktober 1997 nam Maradona afscheid van het voetbal.
Ik had afscheid kunnen nemen.
Uur geleden nemen we afscheid, misschien voor altijd.
Zodoende nam ik afscheid van mijn depressie.
Dit jaar nemen we afscheid van de directeur, Fernand Sauer.