Voorbeelden van het gebruik van Afscheid in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik heb dit voor Andrea's afscheid geschreven en dit is voor jou.
Neem afscheid van je zus.
Ik heb geen afscheid kunnen nemen.
Ik heb niet eens afscheid kunnen nemen van haar.
Dat was geen afscheid, Jeremy.
Je hebt nooit afscheid kunnen nemen.
Laat haar afscheid van Mona nemen.
Afscheid diners, signeersessies,
Nam hij afscheid van jou?
Geen afscheid niets.
Is hij geen afscheid komen nemen?
In de jaren sinds ons afscheid heb ik m'n dochter verloren.
Geen afscheid, geen excuses, niets.
Ik haat lelijk afscheid nemen, maar.
Mijn afscheid, niet dat van jou.
Afscheid kan bitterzoet zijn.
Zodat ik afscheid kan nemen.
U kan afscheid van hem nemen.
Ook zijn afscheid ziet hij in dat kader.
Ontscheping en afscheid van deze unieke ervaring en droomvakantie.