Voorbeelden van het gebruik van Beminnen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Men kan bemind worden of meerdere malen beminnen.
bewegen en beminnen.
Eten, Bidden, Beminnen'.
Elkaar beminnen, maar dan echt.
De man die jou de rest van je leven boven alles zal beminnen.
Lafheid komt van niet beminnen, of van niet goed beminnen. .
Jezus Christus beminnen en doen beminnen. .
Hebt u nooit naar beminnen en bemind worden gesmacht?
En elke vrouw wilde beminnen. Hij was de vent die elke man wilde zijn.
Ze zal je nooit kunnen beminnen zoals jij bemind wil worden.
Iemand beminnen die je bemint is zo zeldzaam.
Ik zal u altijd beminnen.
Ja, ik kan deze man vanuit de dwaasheid Gods beminnen.
Als devies kiest hij: «Maria beminnen en haar bemind maken».
Ziet, gij bemint hen, en zij beminnen u niet.
Een man die nog steeds zijn vrouw wil beminnen.
toekijken hoe twee mensen elkaar beminnen?
een vrouw beminnen, een huis bouwen… de luier van zijn zoon verschonen.
die afgoden naast God plaatsen, en deze beminnen, zooals men slechts God moet beminnen; maar zij die gelooven, beminnen God nog inniger.
die afgoden naast God plaatsen, en deze beminnen, zooals men slechts God moet beminnen; maar zij die gelooven, beminnen God nog inniger.