Voorbeelden van het gebruik van Aimer in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Tu me crois idiot de l'aimer?
Vind je het stom dat ik verliefd op haar was?Et nous avons très gens légers qui semblent juste aimer socialiser.
Sterling charme d'argent gravé avec«Aimer tante" dispose d'une zircons.
Mais sérieusement, les joopas sont censés aimer les Lasats.
Maar serieus, ik bedoel, joopa zijn kennelijk dol op Lasats.Je ne veux pas t'aimer non plus.
J'ai cru ne jamais plus pouvoir aimer.
Ik dacht dat ik nooit meer verliefd kon worden.Vous allez l'aimer.
Et je savais… j'étais absolument certain de l'aimer.
En ik wist met absolute zekerheid dat ik verliefd op haar was.Vous devez aimer les nachos.
Je bent vast dol op nachos.Comment peut-on ne pas aimer Donna?
Hoe kun je Donna niet aardig vinden?je ne vais pas aimer ce que tu vas dire.
het mij niet zal bevallen wat je te zeggen hebt.Ma petite… tu m'as fait aimer un jour pluvieux à nouveau.
Kleintje, dankzij jou ben ik weer dol op regenachtige dagen.Je ne veux plus t'aimer.
Ik wil niet meer verliefd op je zijn.tu ne vas pas aimer.
het zal je niet bevallen.Il faut gagner leur confiance Vous faire aimer d'eux.
Je moet hun vertrouwen winnen… zorgen dat ze je aardig vinden.Eddie, qu'est-ce qui t'a fait m'aimer?
Eddie, hoe ben je verliefd op me geworden?tu ne vas pas aimer.
dat gaat je niet bevallen.donc je dois vraiment vous aimer.
Dan ben ik vast dol op je.Comment pourrais-je aimer cet insecte?
Hoe kan ik die teek aardig vinden?Elle porte de la fourrure, elle doit aimer les animaux.
Ze draagt een bontjasje, dus is ze vast dol op dieren.
