Voorbeelden van het gebruik van Ben ook in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben ook een moeder.
En ik ben ook nog 26 en ongetrouwd.
Ik ben ook gescheiden.
Ik ben ook eens ontslagen.
En ik ben ook niet meer bang.
Ik ben ook besmet. Inderdaad, Travolta.
Ik ben ook in orde. Bedankt.
Ik ben ook niet rijk genoeg.
Ik ben ook heel erg voor vrede,
Ik ben ook trots op mijn Franse schoonfamilie.
Ik ben ook een muzikant.
Ik ben ook gebeten.
Ik ben ook niet helemaal onschuldig.
Ik ben ook niet met Ken naar bed geweest. .
Ja, ik ben ook in de war.
Ik ben ook goed.
Ik ben ook advocaat en de wet is langzaam.
Ik ben ook in deze relatie.
Ik ben ook van streek.
Ik ben ook vader.