Voorbeelden van het gebruik van Dochter in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dochter. Mijn team. Emma.
Een dochter van Craster.
Ik wil horen dat je m'n dochter niks aandoet.
Jij… dochter van de hel!
Poundcake, ik zal je dochter vinden.
Heeft je dochter hem gezien?
Dochter? U hebt een prachtige dochter.-Ja.
Vandaag vieren we het harde werk van Organisatie Moeder en Dochter.
Ik zal komen met de moeder en dochter zonder enige tussenkomst!
Is uw dochter aan haar linkervoet geopereerd?
Weet je wat m'n dochter altijd zegt?
Dochter, wat doe je nu?
Ieders dochter mag hem gebruiken.
Het is ingewikkeld, de relatie tussen moeder en dochter.
En dan was ze ook nog de moeder van zijn dochter.
Bedankt. M'n dochter was een cliënt bij u?
Ik weet dat je dochter nog leeft.
Een oudere dochter. We liggen elkaar niet.
Een dochter is anders dan zonen.
Vaders worden boos als iemand hun dochter pijn doet.