Voorbeelden van het gebruik van Doelpunt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Julio redt het WK voor Mexico. Doelpunt.
Nog één doelpunt.
Ons eerste doelpunt.
Chiesa. Tweede doelpunt voor Juventus!
Dat was een doelpunt.
Fraai doelpunt. Papa, wat is er gebeurd?
Doelpunt.- Voor ons.
Doelpunt. ARGON TEGEN NEWS 9-Ja!
Ongelooflijk. Het derde doelpunt van Álvaro Morata afgekeurd.
Het moment behoorde echter tot de pracht van het doelpunt zelf.
Met deze uitslag gaat Flamengo naar de halve finale.- Doelpunt.
Wat 'n doelpunt van Christophe Dugarry 3-0 voor Bordeaux.
Na ieder doelpunt wisselt men van speelhelft.
Deze ging, ondanks een doelpunt van Hendriks, verloren tegen Spanje.
Een doelpunt van eventuele reparaties- opfrissen,
Je maakte geen doelpunt, maar je was geweldig.
Met een doelpunt in de laatste minuut.
Het doelpunt, ons enige doel.
Kampioenenmaatje! Dat doelpunt dat je scoorde in de match… Oké,
Doelpunt van Lawson.