Voorbeelden van het gebruik van Eigen bedrijf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je weet dat ik mijn eigen bedrijf wil.
Inkomen uit een eigen bedrijf.
Vijf jaar als analist bij Goldman, toen een eigen bedrijf.
Ik wilde mijn eigen bedrijf beginnen.
Met onze gezamenlijke aandelen, ben jij nu in de minderheid in je eigen bedrijf.
Wilt u uw eigen bedrijf te starten?
Vooral ik. Ik heb m'n eigen bedrijf.
Ik heb een eigen bedrijf.
Winst uit een eigen bedrijf.
Ze heeft nu een eigen bedrijf.
De oprichting van een eigen bedrijf wordt ondersteund met 50% van de maximale werkloosheidsuitkering.
Nicolas Vahé is met zijn eigen bedrijf gestart in 2007.
Ik heb nu mijn eigen bedrijf, zoals je ziet.
Zijn vader was stratenmaker en had een eigen bedrijf.
Vergeet ons eigen bedrijf.
Hij heeft zijn eigen bedrijf.
Inkomsten uit eigen bedrijf of als zelfstandige.
De aandelen van het eigen bedrijf.
Dan heb ik een minderheidsbelang en geen macht over m'n eigen bedrijf.
Ik heb geen eigen bedrijf meer gehad.