Voorbeelden van het gebruik van Eigen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik kan voor mijn eigen gezin zorgen.
Het is zijn eigen schuld.
Bemoei je met je eigen zaken.
Mijn eigen zoon, Ki-Wan.
Zelfs ons eigen team niet.
T Was mijn eigen idee. Nee.
Ze denken dat je, je eigen gevoel boven dat van de kerk plaatst.
Luxe appartementen met gemeenschappelijk zwembad, elk met 2 eigen parkeerplaatsen.
Ik kan voor m'n eigen gezin zorgen.
Dit is je eigen schuld.
Je haat alleen je eigen geschiedenis.
Eigen parkeerplaats en tuin met tuinmeubelen,
God had Zijn eigen licht in dat engeltje gestoken.
Onze eigen kerk, hier in het bos.
Mijn eigen SHIELD-ID.
Deze kamer beschikt over een klein, eigen balkon.
Boren van een bowlingbal met eigen gegevens.
Ik kan mijn eigen maaltijd bereiden.
Ik ben mijn eigen ergste vijand.
Ja, een lijk op ons eigen dak.