GAAN VISSEN - vertaling in Duits

• angeln gehen
• fischen gehen
• fischen
• zum Angeln
• zum Fischen gefahren
• angeln gegangen
• gefischt
• zum Fischen gehen
• Fischereitätigkeit

Voorbeelden van het gebruik van Gaan vissen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Morgen gaan we gaan vissen.
Aber wir wollten doch angeln gehen.

Spannende onderwaterwereld: zelf gaan vissen….
Spannende Unterwasserwelt entdecken: Selbst gefischt….

Ik geloof dat Stu is gaan vissen.
Stu ist angeln gegangen, glaube ich.

Ze zijn vast gaan vissen.
Ich wette, die sind zum Angeln.

Nu wil je gaan vissen?
Jetzt willst du fischen?

Wat denk je, zullen we gaan vissen?
Was meinst du, wollen wir fischen gehen?

An8}Sommigen moeten gaan vissen.
An8}-Einige von uns müssen angeln gehen.

Ben je daar vaak gaan vissen?
Hast du im Osten viel gefischt?

Ik ben gaan vissen.
Bin angeln gegangen.

Ik kan hem naar het park en school brengen. Ik kan met hem gaan vissen.
Ich gehe mit ihm in den Park und nehme ihn zum Angeln mit.

Ik wil gaan vissen.
Lch will fischen gehen!

Dat ik ben gaan vissen.
Sag ihnen, ich bin fischen.

Misschien wordt het tijd dat we gaan vissen.
Vielleicht sollten wir angeln gehen.

En we hadden meer succes, veel meer. We zijn vanmorgen gaan vissen, voordat de cameraploeg uit bed was.
Wir haben heute früh gefischt, als die Kameraleute noch schliefen.

Thor is weer gaan vissen.
Thor ist angeln gegangen.

zijn 's ochtends gaan vissen.
morgens sind wir zum Angeln.

Hoe zou je het vinden als we morgen gaan vissen?
Was sagst du, wenn wir morgen fischen gehen?

Ik denk dat ik morgen met je kan gaan vissen.
Ich glaube, ich kann morgen mit dir fischen.

Dankzij Emmett kan ik drie keer per week gaan vissen.
Dank Emmett kann ich 3-mal die Woche angeln gehen Bitte.

Ja! Sorry. als we waren gaan vissen, was dit nooit gebeurd.
Ja! Wären wir angeln gegangen, wäre das nicht passiert.