Voorbeelden van het gebruik van Geen eigen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Geen eigen, in elk geval.
En de gare predikant maakte geen eigen voorraden van ons produkt?
Ik had geen eigen leven.
Hebben jullie geen eigen plan?
Je hebt geen eigen gezin, geen kinderen.
Ik heb geen eigen dromen, dus.
Wil je geen eigen huis?
En heeft geen eigen wil.
We mogen geen eigen identiteit hebben.
Een vennootschap mag geen eigen aandelen nemen.
Sorry dat jullie geen eigen kamer hebben.
Je wilt geen eigen verhaallijn krijgen.
Als je geen eigen mening hebt,
Ik heb geen eigen kamer, maar.
Het Unieverdrag bevat geen eigen financiële regelin gen.
Nonnenhorn had toen nog geen eigen begraafplaats.
Kun je geen eigen vrouw nemen?
Waarom heeft hij geen eigen kantoor?
We hebben geen eigen kamers.
Destijds had Bernlef nog geen eigen pand.