Voorbeelden van het gebruik van Lastpost in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Tijdens ons huwelijk was ze 'n lastpost.
Ik ben de vader van deze lastpost. Brad Maitland.
Maar hij is een lastpost geworden… omdat z'n einde in zicht is.
Lastpost noemde mijn vader hem.
Hallo, lastpost, hoe gaat het?
Wees geen lastpost zoals je broer.
Hij is een lastpost, gemaskerd als een volksheld.
Ze is een lastpost, maar ik zou haar voor niemand inruilen.
Lastpost noemde mijn vader hem.
Jij bent een lastpost, weet je dat?
Wat ben je toch een lastpost, Geller.
Je vrouw is nog steeds een lastpost. Zeg dat wel.
Hij is een lastpost.
Laat me nooit een lastpost zijn.
Hij is een lastpost.
Ik denk dat de jongen meer dan een lastpost zal zijn voor Antony.
De test denkt ook dat jij een lastpost bent.
En toch was ik zo'n lastpost.
Hij is gewoon een lastpost.
Is hij niet alleen maar een lastpost voor ons?