Voorbeelden van het gebruik van M'n boot in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ahoy, Denise. Heb je m'n boot gezien?
Ah, het dagje op m'n boot.
Ze hebben m'n boot.
Kom bij maansopgang naar m'n boot.
Het was m'n huis, m'n boot, m'n fort.
Jouw handlangers hebben haar gestolen van m'n boot, de North Star?
Ik raak m'n huis en m'n boot kwijt.
Ik woon op m'n boot.
Ja, maar die hufters hebben m'n boot geraakt.
Ga nu van m'n boot.
Eigenlijk is het m'n boot niet.
Raak nooit meer iets aan op m'n boot.
Deze piraat heeft m'n boot gestolen.
Ja, als ik niet op m'n boot zit.
Ik vertel je zus net over m'n boot.
Waar is m'n boot?
Ik zat op m'n boot.
Ik geef vanavond een feestje op m'n boot.
Ik neem m'n boot niet in Vagevuur Baai.
Dat is m'n boot, eikel. Wat doe je?