Voorbeelden van het gebruik van Mank in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij is mank.
Je mag niet mank lopen.
Is hij mank door jou?
Ephraim Mankofsky of Mank, zoals hij graag genoemd werd… leidde een productief leven.
ik ben mank.
Hij was een beetje mank.
Hij is mank geboren, dus misschien noem ik 'm Mankepoot.
Mank was een gezegend man.
Maar hij is mank.
Bent u een beetje mank?
Ze gaat niet meer mank.
Mank, kalkoen is het moeilijkste vlees om te bereiden.
Juist omdat je mank bent.
Niet nu, Mank, ik moet naar huis. Harry.
Omdat je mank bent.
Mank regelt het wel.
Weet je waar Mank zijn privévoorraad bewaart?
Omdat ze het serieus neemt, Mank.
Wat?- Agent beschoten, Mank.
Goeie vent, Mank.