Voorbeelden van het gebruik van Niet getrouwd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je bent niet getrouwd?
Vertel me dat jullie niet getrouwd waren.
Ja, maar we zijn niet getrouwd.
Het mag je misschien niet opgevallen zijn,… maar ik ben zelf ook niet getrouwd.
Probeer eens iemand die niet getrouwd is.
Als ze maar niet getrouwd is of aan de medicijnen.
Jullie zijn niet getrouwd, dat weet je.
Ik ben niet getrouwd.
Omdat u ouder bent dan ik, en nog niet getrouwd.
Christophe, we zijn niet getrouwd.
zelf ben ik niet getrouwd.
Ik ben niet getrouwd.
We zijn in ieder geval niet getrouwd.
U bent niet getrouwd, hè?
We zijn niet getrouwd omdat we zo dolverliefd waren.
en hij was niet getrouwd.
Dank u. Ik ben niet getrouwd.
Nee, niet getrouwd.
Dan ben je nog niet getrouwd.
Weet je waarom ik niet getrouwd ben?