Voorbeelden van het gebruik van Overduidelijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Overduidelijk deed ik… Ik deed iets verkeerd.
Je hebt overduidelijk een drugsprobleem.
Japanners hebben overduidelijk teveel vrije tijd. Waarom niet?
Het is overduidelijk dat huize Lawrence gevaarlijk onorthodox is.
Het is voor mij overduidelijk dat jij hier nog niet aan toe was.
Dat we méér moeten doen is overduidelijk.
Het draait immers overduidelijk om stimulering, kennisuitwisseling en monitoring.
Deze gaan overduidelijk mee naar Italië.
Overduidelijk niet.
Maar daar ben je overduidelijk niet meer toe in staat.
Maar ze is overduidelijk een kleine heldin.
Overduidelijk nep.
Hij haat John, dat is overduidelijk.
Dat is overduidelijk.
Het is overduidelijk.
De jongen heeft deze leugens overduidelijk bedacht… met de hoop zijn meester te kunnen redden.
Maar dat betekent overduidelijk niks voor jou.
Dat was overduidelijk een typefout.
Japanners hebben overduidelijk te veel vrije tijd.
Overduidelijk heb jij nu mijn koudje.- Ok.