Voorbeelden van het gebruik van Plezier in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Begeerte, plezier en veiligheid.
Altijd een plezier om te zien u, Watson.
Veel plezier met de wolfpack!
Wat is je plezier, mevrouw?
Hoe te spelen met een kind met plezier.
Ze hebben me een plezier gedaan.
Zo doet het me plezier de ideeën van mevrouw Langenhagen te kunnen onderschrijven.
Collega, het doet ons plezier dat uw grootvader zo beroemd is.
Veel plezier in je cel.
Maar 't plezier kennen jullie niet.
Het doet me plezier om de huur te betalen. Wat?
Veel plezier met de maanspa!
Zijn plezier was onze pijn.
En ik doe 't met verdomd veel plezier.
Ik wil mijn vader een plezier doen.
Dat doet mij plezier, Leonard. Het leek er wel op.
Ik babysit met plezier op Rodd en Todd.
Veel plezier. Gefeliciteerd!
Veel plezier op uw feest. Meneer Wick?
Veel plezier met je horloge.