Voorbeelden van het gebruik van Stoort in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Waarom stoort het u, als er toch niks te vinden valt?
Stoort het je ooit dat je nooit paus zal worden?
Je stoort de laatste fase van de allerlaatste Rally van de 12 sterrenstelsels.
Dat stoort me het meest.
Maar je stoort de training weer.
Het stoort me gewoon.
Stoort je dat niet?
Nee. Stoort het je?
Hier stoort niemand me.
Iedereen stoort jou.
Hij stoort mij.
Het stoort me. Blijf met de zaak bezig.
Je stoort andere patiënten.
Als jij ons nog een keer stoort, dien ik een klacht in bij Division.
Het stoort me als je zo praat.
Dat stoort me niet.
Deze steen stoort ons sterrenstof. Owie-momo….
Die vijandigheid stoort me helemaal niet.
De gedachte aan oorlog stoort hem.
Die jongen stoort me.