VREEST - vertaling in Duits

fürchten
vrezen
zijn bang
vreezen
angst
denken
zijn
uit vrees
bevreesd zijn
fürchtet
vrezen
zijn bang
vreezen
angst
denken
zijn
uit vrees
bevreesd zijn
hat Angst
zijn bang
zijn doodsbang
vrezen
durven niet
zijn bezorgd
hebben angst
zijn ongerust
fürchtest
vrezen
zijn bang
vreezen
angst
denken
zijn
uit vrees
bevreesd zijn
fürchte
vrezen
zijn bang
vreezen
angst
denken
zijn
uit vrees
bevreesd zijn
hast Angst
zijn bang
zijn doodsbang
vrezen
durven niet
zijn bezorgd
hebben angst
zijn ongerust
haben Angst
zijn bang
zijn doodsbang
vrezen
durven niet
zijn bezorgd
hebben angst
zijn ongerust
angst Hast
zijn bang
zijn doodsbang
vrezen
durven niet
zijn bezorgd
hebben angst
zijn ongerust

Voorbeelden van het gebruik van Vreest in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Vermaan dan met de Koran wie Mijn aanzegging vreest.
Ermahne nur mit dem Koran die, welche meine Drohung fürchten.
Zo ook wat jij vreest.
Auch das, was du fürchtest.
Ze vreest dat het er raar uitziet.
Und sie hat Angst, dass da unten alles irre aussieht.
Vreest u dat u uw belangrijke bestanden zou kunnen verliezen op uw iPhone/iPad?
Sie haben Angst, wichtige Dateien von Ihrem iPhone/iPad zu verlieren?
Je vreest dat ik je wat afneem.
Du hast Angst, dass ich dir was wegnehme.
Aanbidt Allah en vreest Hem en gehoorzaamt mij.
Dient Allah und fürchtet Ihn, und gehorcht mir.
Dat is wat je het meeste vreest?
Und das ist es, was Sie am meisten fürchten.
Net zoals wat je vreest.
Auch das, was du fürchtest.
Maar onder al die branie weet ik wat je echt vreest.
Aber unter der ganzen Angeberei… wovor du wirklich Angst hast.
Dana vreest dat je op 'm overgeeft.
Dana hat Angst, dass Sie auf ihn kotzen.
Je vreest voor je leven.
Sie haben Angst um Ihr Leben.
D ichoso die de Heer vreest.
D ichoso, der den Herrn fürchtet.
je mijn vader nog steeds vreest.
Sie meinen Vater immer noch fürchten.
Maar ook hetgeen je vreest.
Auch das, was du fürchtest.
En ik weet wat jij vreest.
Und ich weiß, wovor du Angst hast.
Iedereen in dit land vreest religie.
Jeder in diesem Land hat Angst vor Religion.
Big Apple vreest spinnenbeet!
Big apple fürchtet spinnenbiss!
Nu wil hij dat je hem vreest.
Jetzt sollst du ihn fürchten.
Maar onder al die branie weet ik wat je echt vreest.
Aber hinter der ganzen Angeberei sehe ich, was du wirklich fürchtest.
tenzij je de antwoorden vreest.
es sei denn, man hat Angst vor den Antworten.
Uitslagen: 1047, Tijd: 0.0501

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits