Voorbeelden van het gebruik van Vreet in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sorry hoor, maar oma vreet zich door de tape heen.
Vreet lood… spleetoog.
Daar vreet je tante hondenvoer!
Dit vreet aan me, Cooper. Gaat 't, Rom?
Of ik vreet jullie zielen op!
Vreet ze op. Honger!
Iets wat al een tijdje aan me vreet.
Vreet als een paard de haverbak leeg.
De pieper vreet een pieper.
Wat vreet je de hele dag uit?
Lopen! Of ik vreet je op met huid en haar!
Je overwint het… Ja, dat is het, het vreet aan je.
Vreet m'n hamer op.
Vreet lood,!
Er vreet altijd iets aan me.
Ik vreet je op!
Hoe het aan je vreet.
Vreet stront, demon.
Schieten. Vreet lood!
Ze vreet armhaar, dus pas een beetje op.