Voorbeelden van het gebruik van Warm in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hardwerkend, intelligent, warm, attent, sexy en bedachtzaam'.
Dan warm ik je wel even op.
Het is warm, dus zal die snel gaan stinken.
Drie?- Als het warm is elke dag?
Uitwassen met warm water en zeep.
Heb je warm water?
Elke kamer is warm ingericht en voorzien van een koffiezetapparaat.
Het moet warm en knuffelig zijn.
Ik vond haar warm, gepassioneerd… en een beetje te oud.
Warm jij ze gewoon op uit het blik?
Hij wordt warm.
Hij is geroosterd en warm.
Contact tussen warm water en koudere lucht.
Warm bier en kaneel!
Wat? Warm water?
Alle warm ingerichte kamers van het Southland Inn& Suites zijn voorzien van een groot bureau.
Jij was warm en teder.
Nou nee, ze is warm, maar ze is ook een beetje eng.
Dan krijg je het warm.
De buizen van de nieuwe tijdmodule zijn warm.