Voorbeelden van het gebruik van De date in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Waarom annuleer je de date niet en maakt een nieuwe afspraak?
De date met Kira.
Waar de date was.
Bedankt voor de date, Casimiro.
Hij is de date niet.
Wie is de date? Heb je een naam?
De date was heel goed. Ja.
De date gaat goed.
Ik dacht dat de date goed ging!
De date ging prima.
De date die niet terug belde.
Ben ik de eerste date die sterker is dan jij?
De date die niet heeft teruggebeld.
Dus dit is de date zonder auto.
Hoe ging de date, Mark?
De date werkte niet.
De date werd onderbroken door deze zaak.
Maar de date.
Sterker nog, pak de telefoon en initieer de date zelf.
Zorg altijd voor uw eigen vervoer naar de date en terug.