Voorbeelden van het gebruik van Je ging in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je ging naar buiten.
Je ging vannacht met me mee naar huis.
Je ging.
Je ging uit met mijn zus!
Je ging trouwen met een adjunct-directeur van Strategie.
Je ging dat drinken. Jou betrappen.
Je ging mietje met die dakloze.
Maar toen je ging nadenken, toen vond je me.
Je ging op één wiel door de bocht.
Je ging met mij mee naar het diner.
Je ging me vandaag voorbij.
Je ging het leger uit voor deze stad?
Maar je ging uit met een Power Ranger.
Je ging die vent een lift geven. Wat?
Dacht je dat je ging sterven?
Nou, je ging weg.
Je ging met mijn beste vriendin naar bed, dus.
Je ging met Ray naar Houston.
Toen je ging werken in de shop…- Nee.
SK- Je ging in 1989 naar de Verenigde Staten.