Voorbeelden van het gebruik van Jezus zeide in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jezus zeide tot haar: Ik ben het, Die met u spreek.
Jezus zeide tot hen: Ik ben het.
En Jezus zeide tot den hoofdman over honderd.
Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken.
Jezus zeide tot hen: Komt herwaarts, houdt het middagmaal.
Jezus zeide tot haar: Maria!
Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan.
Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan.
Jezus zeide tot hen: Komt herwaarts, houdt het middagmaal.
Jezus zeide tot hen: Komt herwaarts, houdt het middagmaal.
Jezus zeide tot hem: Weid mijn schapen.
Jezus zeide tot liefde anderen als onszelf.
En Jezus zeide tot hem: Gij zegt het.
Jezus zeide tot hen: Ontbindt hem en laat hem gaan.
Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd.
Jezus zeide tot hen: Ontbindt hem, en laat hem heengaan.
Jezus zeide tot hen: Vult de watervaten met water.
Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd.
Jezus zeide tot hen: Ik ben het.
Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal opstaan.