Voorbeelden van het gebruik van Schok in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
krijg je een schok.
Excuseer me terwijl ik sterf van de schok.
Een schok van de tijdsgeest.
Dat ding gaf jou een schok, we reden nog.
Dit is een schok.
En heel soms een elektrische schok als je niet uitkeek!
Hij zei dat er een schok was.
De Inwijding begint met een schok.
En wat een schok.
Hij kreeg een flinke schok.
Dat is die elektrische schok.
Marks dood is een schok.
Over een schok gesproken.
Ook een schok voor mij.
Hij kwam met een schok tot zichzelf.
Ja.-Met een gevoel van een schok.
Dr. Graystone, dit is een schok en een verrassing.
Als je je tong erop houdt… krijg je een schok.
Au… hij… gaf me een schok.
Dat is een schok.