Voorbeelden van het gebruik van Beangstigend in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ben ik echt zo beangstigend?
Ik zeg je, het was beangstigend.
Maar voor mij was het heel beangstigend.
Je bent beangstigend.
De waarheid is verschrikkelijk. Beangstigend.
Jong zijn is ook beangstigend.
Nee, tenzij armoede beangstigend is.
Gewoon benieuwd, sinds wanneer ben je zo beangstigend geworden?
Mijn God, waarom is die droom zo beangstigend?
Dat idee is zowel beangstigend als mooi, net als de geest zelf.
Dat is beangstigend.
En even beangstigend.
Je vader gebrek aan verantwoordelijkheid is zowel beangstigend als… vreemd opwindend.
Niemand gewond, maar het was beangstigend.
Soms, Miss Welles, vind ik u beangstigend.
deze ziekten veroorzaken beangstigend gevolgen.
Dat vond ik beangstigend.
Wat beangstigend is, is je aandringen.
Beangstigend, niet?
Beangstigend, is het niet?