BON - vertaling in Frans

bon
goed
oké
lekker
nou
geweldig
fijn
prima
leuk
mooi
voucher
reçu
ontvangen
gekregen
ontvangstbewijs
bonnetje
bon
ontvangst
bekroond
kwitantie
ticket
bon
kaart
bonnetje
buskaartje
parkeerticket
kassabon
coupon
kortingsbon
voucher
waardebon
bon
groupon
tegoedbon
contravention
overtreding
strijd
boete
bekeuring
bon
parkeerboete
parkeerbon
verkeersboete
tekortkoming
inbreuk
amende
boete
geldboete
fijn
geldboeten
wijzigt
bon
bekeuring
PV
notulen
bekeuring
gezondheid
parkeerbonnen
boete
bon
parkeerboetes
PV)
bons
goed
oké
lekker
nou
geweldig
fijn
prima
leuk
mooi
voucher
P.V
PV
notulen
bekeuring
gezondheid
parkeerbonnen
boete
bon
parkeerboetes
PV)
chèque-cadeau
cadeaubon
cadeaucheque
waardebon
geschenkcheque
geschenkbon
kadobon
bon
geschenkencheque

Voorbeelden van het gebruik van Bon in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Gemiddeld geeft zo'n bon recht op een korting van 0,80 euro.
En moyenne, ces bons donnent droit à une réduction de 0,80 euros.
Uw bon.
Votre ticket.
Ik wilde je die bon niet echt geven.
Je n'allais pas vous donner une amende.
Ik ben zo terug met uw bon.
Je reviens avec votre contravention.
Die bon geldt alleen bij twee pizza's.
Ces bons sont valables à l'achat de deux pizzas.
Als je het licht volgt… dan zie je daar en daar de bon vastzitten.
Avec la lampe, on voit le ticket collé là et là.
Tussen twee haakjes mijn chauffeur kreeg een bon voor te hard rijden.
D'ailleurs, mon chauffeur a eu un amende pour excès de vitesse.
Stel je voor wat mijn freckly gezicht deed toen ik hoorde die bon mots.
Imaginez ce que mon visage freckly a fait quand j"ai entendu les bons mots.
Uw geld en uw bon.
Votre monnaie et votre ticket.
Ik heb een bon.
J'ai le ticket.
Bij terminals en in winkels ontvangt u een afgedrukte bon.
Vous recevrez un ticket imprimé aux terminaux et points de vente.
Jij bent m'n laatste bon.
Vous êtes mon dernier ticket.
Bon van een parkeergarage in Figueroa.
Reçu d'un parking à Figueroa.
Ik heb geen bon, als je begrijpt wat ik bedoel?
Il n'y a pas de ticket. Tu piges?
Yasmin Le Bon is ziek.
Yasmine Le Bon est malade.
Rechercheur Daniels, dit is een bon van Home supply central voor $358.
Inspecteur Daniels, voici une facture du magasin de bricolage de 358.
Bon, zeg me nu niet dat dit het plan is.
Bonnie, s'il te plait dis-moi que c'est pas le plan.
Ik wil geen bon. En jij ook niet nog eentje.
Je veux pas d'amende et toi, d'un autre PV.
Een bon van een bloemist.
Une facture d'un fleuriste.
Geen bon?
Pas de ticket,?
Uitslagen: 558, Tijd: 0.0889

Top woordenboek queries

Nederlands - Frans