Voorbeelden van het gebruik van Dat heet in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wou u niet bang maken. Dat heet" etikettenschok.
Nee, Kenny, dat heet dikdoenerij.
Dat heet vooruitgang van beschaving.
Ja, dat heet.
Hij wil het zelf weten. Dat heet volwassen worden.
En dat heet voorspellend programmeren.
Nu weet ik hoe dat heet.
En de rest is, zoals dat heet, seks.
Dat heet een gewogen gemiddelde.
Je staat al op de loonlijst dat heet dubbel dompelen.
Hij gebruikte een vals Iers accent, dat heet acteren.
Dat heet' het ronden.
Een relatie met een ondergeschikte. Dat heet dwang.
Dat heet werken voor BZ.
Dat heet orders volgen, luitenant.
Dat heet" laster.
Dat heet moord en dan maken we je af.
Wil je weten hoe dat heet?
Dat heet meditatie.
Dat heet muziek.