Voorbeelden van het gebruik van De rector in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij was ook de eerste rector van de school.
Hij is de rector van ESCP Europe Business School.
De rector was een van de sprekers.
De rector wil niet
Ik geloof dat de rector op jou wacht.
De rector wacht op je, jonge man.
Zeg tegen de rector dat we Anna's kantoor willen doorzoeken.
De rector zei dat haar laatste examen ongeveer een kwartier geleden was afgelopen.
De rector belde.
De rector was te georganiseerd.
De rector heeft gebeld.
Weet je, de rector was een goed mens.
Hij zegt dat de rector vermoord is.
De rector dacht dat ik 't wist.
De rector werd gedood.
Je klikte tegen de rector, en hebt Ryan van school doen gooien.
De rector zoekt je.
Mindy zei dat de rector bij jullie in 't hotel is geweest.
Nou, de rector heeft wel wat meer gedaan
Landry heeft de rector niet vermoord.