Voorbeelden van het gebruik van Een dochter in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Gonzalès was een dochter van de schrijver Emmanuel Gonzalès.
Ze is een dochter van Marlon Brando.
Ze is een dochter van oud-voetballer Joop Burgers.
Het betreft een enige dochter wiens vader zopas geopereerd werd.
Ik heb een dochter?
Je hebt een dochter, Shirley.
Een dochter?
Ik heb een dochter van jouw leeftijd.
We kregen allebei een dochter, we waren zo blij.
Een dochter die het gedrag van haar moeder afstraft.
Ik heb een dochter genaamd Beth.- Ja?
Een dochter die bijt, en een partner die steekt.
Ze hadden een dochter, Vanessa.
Trouwen en een dochter krijgen.
Misschien liegt ze ook over een dochter die niemand ooit zag?
Ja, dat is een dochter.
Ze wilde altijd al een dochter.
Het was een dochter.
Je hebt haar niet bepaald als een dochter behandeld.
Eenman praktijk? Getrouwd, een dochter?