Voorbeelden van het gebruik van Hij leeft nog in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Cole, hij leeft nog in jou.
Goddank, hij leeft nog.
Hij leeft nog.
En hij leeft nog.
Goed, dus hij leeft nog.
Recht in het hart, maar hij leeft nog.
Jeremy, hij leeft nog.
Hij leeft nog.
Maar hij leeft nog.
Pater, hij leeft nog.
Ja, hij leeft nog.
We hebben een ander slachtoffer. En hij leeft nog.
In het bad. Hij leeft nog.
Dus hij leeft nog.
Hij leeft nog en hij wil wraak nemen.
En hij leeft nog?
Hij leeft nog, Hauptmann.
Mijn god, hij leeft nog.